Het verblijf en de verhoren van pater Anselmus in de Via Tasso gevangenis is door hem zelf van dag tot dag beschreven maar komen deels ook terug in de verhoorverslagen (Nationaal Archief Londen) na de oorlog van getuigen die bij de martelingen in de Via Tasso betrokken waren.

 

Maandag 1 mei 1944:

Bij aankomst van pater Anselmus heerste er bij de aanwezige Duitsers een bijna waarneembare triomfstemming. Ze waren n.l. in de veronderstelling dat ze de Engelse majoor Sam Derry opgepakt hadden. Die zou zich hebben verkleed als pater om zo zijn spionagewerk e.d. beter te kunnen verrichten.

Bij binnenkomst werd de pater direct naar het bureau van SS-kapitein Schütz gebracht, die vanwege zijn wreedheden bekend stond als de ‘koning van de Via Tasso’.

Na volledig gefouilleerd  te zijn, waarbij alle naden van zijn habijt en het stiksel van zijn schoenen werden losgetornd, werd hij laag voor laag uitgekleed. Dit alles gebeurde met grof geweld waarbij pater Anselmus rake klappen toebedeeld kreeg. Het onderzoek duurde ongeveer een uur, maar ze vonden helemaal niets.

Nu zat hij daar, met zijn handen geboeid op zijn rug en half ontbloot voor zijn verhoorders.

Ook zijn voeten hadden ze geketend en zijn lichaam zat vol met bloedende wonden, veroorzaakt door vele toegebrachte vuistslagen.

Na het verhoor sleepten ze hem naar  het cellencomplex waar pater Anselmus in cel 17 werd opgesloten. De piepkleine donkere cel was ongeveer 3 meter lang en 1,50 meter breed, er was een plank om op te slapen en in de hoek stond een kleine kom om uit te eten.

De nacht duurde voor pater Anselmus een eeuwigheid, slapen kon hij niet vanwege de pijn, de angst en door de vreselijkste gedachten die er door zijn hoofd speelden. Zou hij wel bestand zijn tegen de martelingen die hem zeker de komende dagen te wachten stonden? Heel de nacht spookte het door zijn hoofd of hij dan misschien degene zou zijn die alle medestanders van O'Flaherty`s organisatie zou verraden, de schuilplaatsen van de vluchtelingen zou prijsgeven en zo duizenden mensen in de handen van de Duitsers zou drijven.  

 

Dinsdag 2 mei 1944:

Omstreeks half acht in de ochtend werd de deur van zijn cel geopend en stapte sergeant Mayer de cel in.

Hij beval pater Anselmus op te staan en mee te komen. Pater Anselmus maakte hem duidelijk dat hij dat niet kon omdat hij geboeid was aan handen en voeten. Mayer stapte naar voor greep de pater bij zijn haar, trok hem overeind maakte zijn voeten vrij en begeleidde hem naar de verhoorkelder waar SS-kapitein Wulff al op hem zat te wachten. Kapitein Wulff was speciaal door opperbevelhebber Herbert Kappler aangesteld om de verhoren af te nemen met als doel zo snel mogelijk het netwerk van Mgr. Hugh O`Flaherty op te rollen. Het verhoor begon met een lange discussie over de naam Musters. Deze naam zou volgens Wulff verzonnen zijn want dit was geen Engelse naam. Door deze lang durende discussie werd, hetgeen pater Anselmus bij zijn eerste verhoor al vermoedde, steeds duidelijker dat ze hem voor Sam Derry aanzagen.

In de verhoorkelder kwam een vrouw binnen die Nederlands tegen hem begon te spreken. Wat pater Anselmus niet wist was dat deze Nederlandse vrouw een verhouding had met het hoofd van de Gestapo in Rome, opperbevelhebber Herbert Kappler. De opperbevelhebber zette haar in om aan te tonen dat pater Anselmus geen Nederlander was maar een Engelsman, een ex-krijgsgevangene , die verkleed was als pater.

Zij zei hem o.a. dat ze de naam Musters nog nooit had gehoord in Nederland. Pater Anselmus gaf haar het antwoord dat ze kon informeren in Ossendrecht waar nog 7 gezinnen woonden met de naam Musters. (Uit documenten van het Engelse Nationaal Archief blijkt dat het er bij de verhoren niet zachtzinnig aan toe ging want deze mevrouw Ten Cate Brouwer verklaarde dat Wulff aan haar zijn verontschuldigingen aanbood voor zijn gewelddadig gedrag in haar bijzijn.)

Vervolgens wilde kapitein Wulff hem laten ontkennen dat hij pater was en hij probeerde hem steeds weer, gepaard gaand met zware vuistslagen, te laten zeggen dat hij een Engelse officier en spion was.

Tegen de middag werd hij weer terug naar zijn cel gebracht waar hij wat te eten kreeg. Dit eten bestond uit een stuk brood en soep wat in de kleine kom gedaan werd die in de cel stond. Slechts 1x per dag werd eten gebracht, meer eten kregen de gevangenen niet.

In de namiddag gingen de gewelddadige ondervragingen op dezelfde manier verder. Steeds weer probeerden ze pater Anselmus op tegenstrijdigheden te pakken maar tevergeefs, hij gaf geen krimp.

Nadat hij uiteindelijk naar zijn cel teruggebracht was trachtte hij, dodelijk vermoeid en met pijn over zijn gehele lichaam, op de slaapplank enigszins tot rust te komen.

 

Woensdag 3 mei 1944:

Vroeg in de ochtend werd pater Anselmus weer naar de verhoorkamer gebracht. Kapitein Wulff begon met vragen over geallieerde ex-krijgsgevangen waaruit bleek dat de SS vrij goed op de hoogte was van de activiteiten van O`Flaherty`s organisatie. Pater Anselmus gaf geen antwoord op de vragen, ook niet nadat ze hem weer begonnen te slaan.

Kapitein Wulff liet de pater een verbazend accuraat diagram van O`Flaherty`s hulporganisatie zien, met daarop de namen van bijna alle betrokkenen.

‘Kijk eens naar dit diagram! Kijk er goed naar en vertel ons dan waar jij erin past! We weten aardig veel over je organisatie en we weten ook dat je een Engelse spion bent! Je hebt het zelf in de hand, zeg het ons of je gaat vandaag nog dood!’ schreeuwde een van de Gestapo-mannen en zijn stem schalmde door de kelder. Pater Anselmus bezwoer dat hij nergens van wist. Hij herhaalde steeds weer dat hij alleen maar een onschuldige pater uit het Vaticaan was. Kappler en zijn mannen geloofden er echter geen woord van, ze wisten zeker dat ze de juiste man te pakken hadden, de man die naast O`Flaherty het brein van de hulporganisatie was: Sam Derry. Opnieuw werd pater Anselmus in elkaar geslagen maar hij dwong zichzelf te blijven zwijgen.

Na de middag veranderde kapitein Wulff van tactiek en probeerde meer resultaat te bereiken door pater Anselmus vriendelijk te behandelen. Midden in het verhoor werd kapitein Wulff gebeld en kreeg telefonisch te horen om naar een bepaalde plek in de stad Rome te komen. Hij sommeerde pater Anselmus op te staan, ontdeed hem van zijn handboeien en gaf aan met hem mee te komen naar de auto die beneden klaar stond. In de auto zaten een chauffeur en een Gestapo agent reeds op hen te wachten. Na enige tijd rijden werd gestopt in een voor pater Anselmus totaal onbekende straat. Kapitein Wulff en zijn collega stapten uit en gingen te voet verder terwijl de pater en de chauffeur achterbleven in de auto. De Italiaanse chauffeur was niet onvriendelijk en bood zijn passagier zelfs een sigaret aan. Dit bracht pater Anselmus op de gedachte dat dit misschien het moment was om iets te ondernemen. Een kwartier verstreek totdat in een plotselinge beweging pater Anselmus het portier van de auto opende en er uit sprong. Op hetzelfde moment klonken er 3 revolverschoten en stond de chauffeur met getrokken pistool voor hem. Pater Anselmus begreep direct dat hij geen kans had, gaf zich over en stapte terug in de auto. Heel behoedzaam vroeg pater Anselmus de chauffeur niets tegen kapitein Wulff te zeggen, hetgeen de chauffeur hem beloofde. Na een half uur keerden kapitein Wolff en zijn collega terug en reed het hele gezelschap weer terug naar de Via Tasso gevangenis.

Daar aangekomen werd pater Anselmus direct naar het kantoor van kapitein Wulff gebracht, terwijl de kapitein zelf met de chauffeur achter bleef in de auto. Even later kwam hij wit van woede binnen liep op pater Anselmus af en begon hem hard op zijn hoofd, gezicht, schouders en rug te slaan. Pater Anselmus besefte meteen dat de chauffeur zijn poging tot ontsnappen had gemeld aan kapitein Wulff, maar had op dat moment vanwege de pijn geen tijd om daar over na te denken. Hij werd terug naar zijn cel gebracht waar even later Mayer binnen kwam die met zijn revolver in de hand voor pater Anselmus ging staan. ‘De kogel is een te zachte dood voor jou! Jij moet met de zweep behandeld worden! Ik zal je drie keer per dag komen liefkozen!’

Hetgeen wat Mayer zei heeft hij ook gedaan, een week lang kwam hij pater Anselmus de beloofde zweepslagen toebrengen.

 

Donderdag 4 mei t/m zaterdag 20 mei 1944:

Het bekend worden van de arrestatie van pater Anselmus bracht grote onrust teweeg bij O`Flaherty en Sam Derry. Hetgeen waar zij altijd al bang voor waren geweest was nu gebeurd. Een van hun belangrijkste medestanders was opgepakt door de SS. Dat dreef niet alleen hun organisatie in het nauw maar het hele Vaticaan, inclusief paus Pius XII. De grote vraag was of pater Anselmus het vol zou kunnen houden om te blijven zwijgen. Waar ze in het Vaticaan ook bevreesd voor waren was, dat als de SS’ers er achter zouden komen wie de gevangene nu echt was en wat pater Anselmus in hun organisatie allemaal al voor de vluchtelingen had gedaan, zouden de gevolgen desastreus kunnen zijn.

Elke dag werd pater Anselmus beurtelings door twee mannen van de Gestapo verhoord. Regelmatig kwam ook het hoofd van de Gestapo, Herbert Kappler, de verhoorkamer in om te horen of er door zijn manschappen al resultaat geboekt werd. Maar ondanks de hardhandige verhoren en de dagelijkse porties klappen en zweepslagen bleef de pater hardnekkig beweren dat hij nergens van wist. In stilte bad hij, hoe moeilijk dat het dan ook was of zou kunnen worden, om toch standvastig te mogen blijven en niets los te laten. Zijn besef dat wanneer hij door zou slaan dit duizenden mensen in groot gevaar zou brengen hield hem op de been.

Op maandagavond 8 mei werd hij door kapitein Wulff geconfronteerd met enkele Slavische officieren. Geen van deze officieren kende pater Anselmus waarna hij weer teruggebracht werd naar zijn cel.

Langzaam gingen de dagen voorbij met steeds hetzelfde patroon alleen kreeg pater Anselmus het idee dat de felheid van de verhoren iets minder werd. Was dit ook werkelijk zo of gewent zelfs een menselijk lichaam aan de ontberingen waaraan het wordt blootgesteld?

Vrijdag 12 mei liet kapitein Wulff pater Anselmus weer bij zich komen. Wulff gedroeg zich heel vriendelijk en beloofde linnengoed en brood aan de pater te bezorgen. Vervolgens liet hij een schets zien waarop wat gezichten getekend stonden en gebood pater Anselmus om van ieder op te schrijven wat hij daar van wist.

Na twee uur had pater Anselmus nog niets opgeschreven, waarna Wulff zijn geduld verloor en zijn twee ondergeschikten opdracht gaf de pater in elkaar te slaan. Maar ook tijdens en na het pak slaag hield hij stug vol niets te weten waarna de verhoring gestopt werd.

Er verstreek nog een schijnbaar eindeloze week van mishandelingen maar toen na eenentwintig dagen lieten de twee Gestapo mannen hem met rust. Van zodra pater Anselmus opgepakt was werden er vanuit het Vaticaan dagelijks pogingen ondernomen om hem vrij te krijgen. Dit gelukte niet maar het was dankzij de onverschrokkenheid en de immense wilskracht van pater Anselmus zelf dat hij zijn verhoorders gedwongen had op te geven.   

 

Zondag 21mei t/m zaterdag 3 juni 1944:

Nu de verhoren beëindigd waren wilde dat niet zeggen dat zijn martelaarschap ten einde was. Pater Anselmus werd overgebracht naar cel 25, een iets grotere maar wel een koele donkere cel.

De afgelopen drie weken had hij niet veel geslapen. Overdag moest hij alert blijven, `s nachts kon hij praktisch niet slapen van de pijn en peinsde hij zich suf over hoe het nu verder moest.

Maar er gloorde hoop, al was pater Anselmus daar op dat moment waarschijnlijk nog niet van op de hoogte.

De geallieerden rukten n.l. steeds verder op richting Rome en dit bracht de Duitsers geleidelijk aan meer en meer in verwarring. Kapitein Wulff was al naar Duitsland vertrokken en schijnbaar niemand bekommerde zich nog om de pater die veertien dagen lang weg zat te kwijnen in zijn cel.

En dan op zaterdagavond 3 juni 1944 kreeg pater Anselmus burgerkleding, hij moest die aantrekken waarna hij, met meerdere andere gevangenen, opdracht kreeg in een gereedstaande bus te stappen. De bus reed naar het treinstation in Rome waar een goederentrein klaar stond. Geboeid werd pater Anselmus in de trein geworpen richting Duitsland. Zijn lot leek beslist. Net als vele anderen zou hij in een concentratiekamp eindigen.

In het Vaticaan hoorde O'Flaherty dat pater Anselmus afgevoerd was en hij en zijn organisatie wisten niet beter dan dat “Dutchpa” geëxecuteerd zou zijn. Speciaal voor pater Anselmus Musters werd direct in het Vaticaan een rouwdienst voor hem opgedragen.

 

Zondag 4 juni 1944:

Eindelijk was het dan zover. Zondagmorgen 4 juni 1944 trok het vijfde Amerikaanse leger, met aan het hoofd generaal Mark Wayne Clark, toegejuicht door duizenden Italianen, de hoofdstad Rome in. Rome was bevrijd. Generaal Clark reed over de boulevards van de stad rechtstreeks naar het Vaticaan en van daaruit ging hij verder naar het Piazza del Campidoglio om tenslotte te eindigen in het centrum van Rome op het Piazza Venezia. De gehele stad vierde uitbundig feest en tot diep in de nacht was het feestgedruis duidelijk hoorbaar.

Terwijl geheel Rome, inclusief de leden van de organisatie van Mgr. Hugh O'Flaherty, aan het feesten was, ging iemand die ze de laatste weken zo hard hadden gemist op weg terug naar Rome.

Dit was niemand minder dan pater Anselmus! Wat was er gebeurd?

Toen de trein, waarmee pater Anselmus vanuit Rome naar een concentratiekamp in Duitsland gedeporteerd zou worden, een tussenstop in de stad Florence moest maken, had de pater zijn laatste kans gegrepen. De gevangenen werden voor een nacht ondergebracht in een gebouw in Florence. Daar is hij door een klein raampje kunnen klimmen en via een balkon (en met hulp van een Italiaanse vrouw) ontsnapt. Vervolgens probeerde hij via San Gimignano weer terug te keren naar Rome waar inmiddels de geallieerden de stad hadden bevrijd.

Hij besefte dat hij werkelijk door het oog van een naald gekropen en zodoende ook aan een wisse dood ontkomen was.

Korte tijd na de bevrijding van Rome meldde pater Anselmus zich weer bij de hoogst verbaasde maar dolgelukkige Mgr. Hugh O'Flaherty in het Vaticaan. Intens blij omhelsden ze elkaar waarna pater Anselmus, onder het genot van een glas wijn, zijn hele verhaal aan O'Flaherty moest vertellen, die nog diezelfde dag de belangrijkste leden van hun organisatie op de hoogte bracht van het blijde nieuws.